Camera…

De man van de camera’s is er. Een kwartier geleden had ik hem aan de lijn nadat ik enkele uren geleden zijn bedrijf belde. De dame die ik daar sprak zei dat hij me wellicht telefonisch door het probleem kon loodsen en hoewel me dat sterk leek, deelde ik haar hoop. Hij zei dat het telefonisch niet op te lossen viel, dat hij het hoofdkantoor zou bellen of het goed was dat hij nog langs zou komen en als ik niets zou horen dan zou hij er over een kwartiertje zijn, en als ik wel iets zou horen, hij zweeg even, dan wist hij eigenlijk ook niet wat er verder zou gebeuren. Maar goed, hij loopt dus binnen en ik groet hem en noem zijn naam want die had ik nog onthouden van de vorige keer. Ik loop voor hem uit en vraag waar hij wil zijn, bij het systeem of bij een computer. Hij kiest voor de computer, zegt dat hij daar maar eens gaat beginnen. Hij checkt ip-adressen en die zijn correct en zegt dat het een one-minute-job gaat zijn. Het blijkt een lange minute te worden waarin het systeem die de camera’s moet zien ze zou moeten zien maar dat eigenlijk toch niet doet. Andere systemen die niet willen afsluiten waardoor bij het starten steeds weer de melding komt dat het systeem al draait en zelf bij het verwijderen van de desbetreffende processen blijft een en ander haperen. De man zucht geregeld. En kiest er voor om uiteindelijk alles maar te de-installeren, vervolgens weer opnieuw te installeren en daarna werkt het. Ik ben blij want het is natuurlijk ook jammer om een duur camerasysteem te hebben hangen die het niet doet. Als de man weg is start ik het systeem opnieuw op, ik krijg een foutmelding, moet een serienummer invoeren, weet niet welk serienummer. Ik zucht, nu ook. Morgen toch nog maar een keertje bellen, misschien dat het dit keer wel telefonisch lukt.

Rondje…

De andere drie bezorgers zijn verhinderd dus stap ik even voor drieën zelf op de Tripl voor het bezorgrondje. Eerst richting het zuiden. Bij Belfeld schiet ik te ver door. In mijn hoofd moest ik naar het adres waar ik al verder geweest ben en voor die deur gestopt merk ik dat niet het juiste huisnummer is. Ik moet een kilometer terugrijden. Door naar Tegelen, door naar de Hei, daarna Venlo Zuid, Oost waar ik kennismaak met Sieske, liefde op het eerste gezicht, wederzijds volgens mij ook, maar uiteindelijk doet de labrador van negen weken een dikke plas in de voortuin en loopt enthousiast terug naar binnen, naar het baasje. Ik maak op mijn weg naar Velden kennis met een koolmeesje dat eigenlijk een blinde vink blijkt te zijn en die ik maar ternauwernood weet te ontwijken door mijn hoofd met zware helm snel naar links te gooien. Ook maak ik kennis met de schipper van de veerboot tussen Velden en Grubbenvorst die direct zegt dat ze dezelfde Tripl even geleden op het veer naar Baarlo had staan. Ik zeg dat dat kan, dat we een aardig gebied bestrijken. Ik zeg dat ik maar één adresje in Grubbenvorst heb om te bezorgen en ik rijd het veer af, langs de grote groep fietsers en de wandelaars die op een bankje aan het picknicken zijn. Ik geef gas, rijd naar het bezorgadres en weer terug naar het veer en wanneer ik terug bij het veer ben zie ik dat deze net terug begint te varen, de groep fietsers fietst aan de overkant over de dijk richting Lomm. Terug het veer op. De schipper zegt, dat was snel en kijkt in de bak van de Tripl, vraagt of ik nog iets in de aanbieding heb. Ik beloof haar de volgende keer wat moois mee te nemen, daar moet ze mee lachen. Op de terugweg rijd ik achter een groene oldtimer met dito inzittenden. Op de een of andere manier denkt de oude bestuurder bij elk tuintje dat er iemand van rechts komt en remt stevig. Ik zie de vrouw met het grijze haar op de achterbank heen en weer schudden door zijn bruuske rijgedrag. Bij het oprijden van de Urbanusweg mist de chauffeur op een haar na een elektrische rolstoel door vol in de rem te schieten. Vervolgens met gas de Urbanusweg op te schieten waardoor een auto eveneens vol de remmen in schiet om een aanrijding te voorkomen en direct daarna schept de man bijna een fietser door direct weer rechtsaf te slaan zonder te kijken of er fietsers op dit drukke fietspad aan komen. Drie bijna ongelukken in tien seconden tijd. Ik gun iedereen zijn vrijheid, iedereen zijn mobiliteit, net zoals ik de mijne ervaar op de Tripl. Maar ergens houdt het een keer op. Zonder de oldtimer met z’n vreemde kuren voor me kan ik weer rustig verder. Nog één adresje te gaan, hartje centrum, daarna terug naar de winkel.

Amis…

Martin Amis is overleden. In Engeland een grote naam, in Nederland niet zo heel erg groot. Toch is het een van de weinige schrijvers waar ik een boek vaker dan één keer van las. De pijl van de tijd. Een prachtig origineel verhaal over een man wiens leven tegen de tijd ingaat. Het mooie van dat verhaal is dat de hoofdpersoon van het boek niet weet waar zijn toekomst, wat eigenlijk zijn verleden is, naar toe leidt. Wat hij wel merkt is dat de mensen om hem heen hem steeds minder sympathiek beginnen te vinden. Door iets waar hij geen weet van heeft wat in zijn verleden plaats heeft gevonden maar door de richting van de pijl van de tijd nog moet gaan gebeuren. Het is, naast dit beklemmende gegeven, ook een hilarisch boek. Het kauwen van eten om het vervolgens met een vorkje uit je mond te halen en keurig terug op je bord plaatsen is natuurlijk een prachtig beeld in een restaurant. Om over de bizarre taferelen van seks nog maar te zwijgen wanneer de pijl van de tijd de verkeerde kant op staat. Ik las het boek na verschijnen en een jaar of twintig later nog eens om te zien of ik het nog altijd fantastisch vond en dat vond ik. Martin Amis heeft zijn laatste boek geschreven, het is een gemis voor het literaire landschap.

Talent…

En dan is het einde dag. Even na half twaalf en dat is het moment dat ik achter mijn laptop kruip en even de dag in mijn hoofd laat passeren voor ik de eerste woorden van een stukje, in dit geval, dit stukje, tik. Vanzelfsprekend wil ik het over vanavond hebben. Over de preview avond in de Maaspoort van het nieuwe culturele seizoen. Over de momenten waar we ademloos naar keken, naar de openingsdans van Oxygen, naar Edith Piaf, vertolkt door Suzan Seegers en naar de primeur van a chorus line, door leerlingen van het Valuas. Allemaal adembenemend mooi zoals zoveel momenten vanavond en waarin we in de pauze kijken in het nieuwe programmaboek naar de voorstellingen waar we graag heen willen en na de pauze weer andere ideeën voorgeschoteld krijgen die we natuurlijk eigenlijk ook niet willen missen. Zondag in het zuiden, bijvoorbeeld. Maar ik wil het hier ook nog even hebben over het begin van de dag. Toen liep ik namelijk richting de garageboxen waar onze Tripl altijd trouw staat te wachten en daar werd mijn aandacht getrokken door een vreemd geluid. Een treiterend geluid en ik keek en zag hoe een grijze kat op het dak van de garageboxen aan de overkant zat en een ekster daar een metertje vandaan stond te huppen en steeds weer viel de kat aan, vloog de ekster snel een meter naar achter en klonk weer hetzelfde treiterende vogelgeluid, een equivalent van na-na-na-na-na waarbij de middelste na net iets hoger ingezet dient te worden. De kat was kansloos. Dat was onmiddellijk duidelijk. Aan de andere kant, één succesvolle uitval zou dodelijk zijn voor de ekster maar die koos er voor om het spelletje te blijven spelen. Dan ben je overtuigd van je eigen kunnen en je eigen talent. En dat maakt de dag rond, want vanavond zagen we dezelfde overtuigen, hetzelfde kunnen en talent.

Malma…

Ik lees een boek uit. Station Malma van Alex Schulman dit keer. Onlangs ontmoetten we hem. Sympathieke kerel en we raakten in gesprek waarna hij zijn boek signeerde met de tekst: to the happy couple Rogier & Annemiek with love from your friend Alex Schulman. Dat zijn mooie woorden en een extra reden om zijn boek hoger op de stapel te lezen boeken te leggen. Niet voor niks, want het blijkt een fantastisch boek te zijn. Verschillende levens, verschillende tijdlijnen maar alles beweegt in deze roman naar Station Malma, een station bij een klein plaatsje waar niemand uitstapt en ook niemand instapt. Toch zijn de levens van de personen uit het boek verbonden aan dit plaatsje. Een gezin, een scheiding, dochters die niet bij elkaar kunnen blijven, wat dat betreft zijn er raaklijnen met het fantastische boek de onbedoelden, dat ik vorige week uitlas. En dan Nijn het konijn, ook direct verbonden met Malma. Liefde, leven en verdriet gevat in prachtige zinnen. De dood, het langzaam wegglijden door het konijn, Nijn, maar ook door de vader. Onbevredigend voor de dochter die de dood liever ziet komen door een laatste roffelslag van het hart, een laatste opleving in plaats van het langzame wegglijden. Station Malma, wat een fantastisch boek

Moe…

Het blijkt een stuk drukkere dag te worden dan vooraf gedacht. Hemelvaart. Openingstijden als een zondag. Een stad waar veel Duitse bezoekers op afkomen omdat in Duitsland de winkels zijn en een straat waar het normaal gesproken, juist als heel veel Duitse bezoekers Venlo aandoen, de Venlose bezoekers wegblijven. Dus dachten we met z’n tweetjes, Annemiek en ik, de winkel te draaien en achterstallig werk weg te kunnen werken. Ik zou op de eerste verdieping verder gaan met het voorbereiden van de grote opruiming die zaterdag gaat beginnen en Annemiek had haar laptop bij om administratieve en promotionele klusjes te klaren en af te vinken. Het loopt dus anders. Om kwart voor twaalf staat de eerste klant aan de deur te rammelen en we maken open om even later te constateren dat er al heel veel klanten in de winkel staan. Een klant moppert dat er zo weinig winkels open zijn. Ik kijk naar de klok, inmiddels vijf voor twaalf en zeg dat de meeste andere winkels om twaalf of één open gaan. Tussen de drukte door ren ik af en toe naar boven om te slepen met tafels en het loeizware bureau waar ik, met veel lawaai, één van de poten onder timmer. De andere zes poten gaan veel gemakkelijker maar de achtste is kapot en op die plek schuif ik een stapel blokken onder de lades zodat het geheel stevig staat. Ondertussen rent Annemiek op de begane grond tussen de twee balies en neemt de rol van boekverkoper en informatiepunt op zich. Aan het eind van de dag zijn we moe. We kijken naar de teller van klanten, vijfenveertig procent hoger dan op een normale zondag. Dat geeft duiding aan de vermoeidheid, en het laat een goed gevoel achter.

Onbedoelden…

Ik lees een boek uit. De onbedoelden van Cobi van Baars dit keer. Over dit boek werd verteld tijdens de beurs waar we vorige week zaten en we wilden allebei direct aan dit boek beginnen, het liefst al tijdens de beurs.. De onbedoelden vertelt het verhaal van twee zusjes. Geboren in een tijd waarin het niet geaccepteerd werd dat jonge moeders zonder een vader een kind op de wereld zetten en opvoeden. Waarin gevonden werd dat het beter was voor moeder en kind om ze van elkaar te scheiden. Waarin zelfs besloten werd, op basis van onderzoeken, dat het geen probleem was om een tweeling te splitsen en te verdelen over twee gezinnen. Dat is het verhaal van de onbedoelden. Van Aaf en van Annemarieke. Twee Limburgse meisjes die opgroeiden zonder van elkaars bestaan te weten. Tot Aaf de volwassen leeftijd bereikt. Eén van de clausules van het adoptiecontract, waarna haar ouders mogen vertellen dat ze een zus heeft. De start van een zoektocht. Naar een zus, naar een verleden. Het verhaal van de onbedoelden bestond al. Het is op waarheid gebaseerd. Er was slechts nog een verteller nodig en die verteller stapt in het verhaal steeds verder naar voren, iets wat ik normaal vervelend vind maar in dit boek is het onvoorstelbaar mooi geplaatst. De onbedoelden, wat een zeldzaam mooi pareltje van een boek.

Toerist…

De man aan de balie vraagt of ik een plattegrondje van Venlo voor hem heb en of ik kan vertellen wat er te doen is. Een stukje verderop staat zijn vrouw, achter een rollator, naar boeken te kijken. Ik vouw de kaart open en wijs waar hij nu is. Geef aan dat, als hij na het verlaten van de winkel een stukje rechtdoor loopt, links van hem de kerk Domani ziet liggen maar dat hij vooral links daarvan het hekwerk moet gaan bewonderen met meer dan tachtig verschillenden hoofdjes, köpkes, die elk een Venloos woord, gezegde of uitdrukking vertolken. Ik wijs hem op de Martinusbasiliek, op de ald weishoes en het Romerhuis, op de kunstwerken aan de Maas en het oude stadhuis. Ik kijk de man aan om te zien of hij nu genoeg weet of dat ik nog even door moet gaan. Weet u, zegt de man, ik vind het zo mooi hoe enthousiast u me dit allemaal vertelt. Ik zeg dat ik met enthousiasme en trots over mijn stad kan vertellen. Hij zegt dat hij al heel veel steden in Nederland heeft bezocht, de meesten, zegt hij na even denken, maar Venlo heeft hem nu al zeer aangenaam verrast. Ik zeg dat we het best bewaarde geheim van Nederland zijn. Iets wat ik vaak met een knipoog zeg wanneer een bezoeker van Venlo zich verbaasd uitspreekt over hoe leuk Venlo is, maar wat ik ergens ook wel meen. De man kijkt nog even op het kaartje en geeft aan wat hij gaat bezoeken. In elk geval het hekwerk want ze kunnen niet zo heel ver lopen en hij wist op de rollator van zijn vrouw. Ik geef nog mee dat er bij het hekwerk ook hele leuke terrasjes zitten om even uit te rusten en de man steekt nu zijn duim omhoog, groet en loopt met zijn vrouw naar buiten.

Amsterdam…

Ik kijk naar de slakkensporen op de tegels. Schijnbaar willekeurige ellipsen, kronkels en afslagen. Ik denk dat, wanneer je dit patroon projecteert op onze bewegingen in Amsterdam, het afgelopen weekend, dan zouden er aardig wat overeenkomsten kunnen zijn. We waren dus in Amsterdam. Mijn verjaardagscadeautje en we gingen zeer gericht richting de Westergasfabriek. Trein vanuit Venlo, overstappen in Utrecht, daarna richting het Ij en aldaar de bus. Mooie rechte lijn. Geen kronkels. We zijn nog wat vroeg voor de voorstelling in de fabrique des lumieres, dus gaan we eerst naar een terras waar we in de, eindelijk, heerlijke lentezon genieten van een drankje. Fabrique des lumieres is weer fantastisch, dit keer met Dali en Gaudi en na afloop beginnen we te wandelen. Richting Jordaan, naar de hofjes en daarna richting het echte centrum. We nemen, kort gezegd, niet altijd de juiste afslagen, metro’s en bussen en bewegen ons nogal kris kras door de stad. We komen aan op de Dam waar bij het paleis staat dat het geopend is. Dus gaan we naar binnen. Van buiten een grauw en vaal gebouw blijkt vanbinnen prachtig te zijn, wit met veel beeldhouwwerk en ornamenten. Geschiedenis en heden komen er dicht bij elkaar als je in de ruimte staat bij de balkons waar zoveel balkonscenes plaats vonden. Daarna door, weer lopen, weer metro. Avondeten bij de veganees, klinkt raar, blijkt fantastisch. Dan weer lopen, weer metro en terug naar de trein. Een dagje Amsterdam, genoten maar in een slakkenpatroon.

Zussen…

De tafels brachten we gisteravond, toen we terugkwamen van de beurs, al naar beneden. Drie tafels die net niet door het trappengat pasten waardoor we twee van de vier poten los moesten schroeven die we, beneden aangekomen, er weer aan moesten maken. Achttien stoelen gingen eveneens naar beneden. De tafels werden geplaatst en tafelkleedjes gingen eroverheen. Bordjes, bestek en servetten volgden. Vanmorgen gaan we verder. Eerst haal ik de bestelde broodjes bij de bakker. In de winkel gaan we door met het dekken van de tafel. Glaasjes voor de jus, kopjes voor koffie of thee. Daarna de etagères met het beleg, de mandjes met broodjes, de schaaltjes met gekookte eitjes. Het is de dag van de release van het laatste deel van de zeven zussen serie en we hebben achttien fans van het eerste uur uitgenodigd om ter ere hiervan bij ons een ontbijtje te nuttigen en als eerste het boek waar ze bijna twee jaar op moesten wachten, te bemachtigen. We verwennen de trouwe lezers met het heerlijke ontbijtje, met een onverwacht optreden maar uiteindelijk en vooral, met het laatste deel uit de serie die, als het goed is, veel antwoorden gaat bieden op de vragen die de vorige zeven delen wekten. Het ontbijt is de start van een heerlijk drukke dag, nu en dan even getemperd door stevige buien maar de meeste zeven zussen lezers laten zich, gelukkig, daar niet door weerhouden.