Like…

Het voelt eindelijk weer als zomer, dus, nadat we wat boodschapjes gedaan hebben besluiten we om nog even te genieten van een drankje op een terras. Het dichtstbijzijnde terras ligt aan de Maas maar we lopen tevergeefs langs alle volle tafels en bankjes en zien hoe andere mensen wachten tot iemand opstaat om snel hun plaats in te nemen en daar willen we niet achter gaan staan wachten. Dus pakken we onze fietsen die we vijf minuten later op een volgende plek weer parkeren en op een terras uitkomen dat ook vol zit. Aan een hoge tafel zitten twee mensen en we vragen of het een probleem is als wij erbij gaan zitten en dat vinden ze gelukkig geen punt. We wachten tot een over onze bestelling opneemt en ik luister naar het gesprek van de twee aan de andere kant van de tafel. Of anders gezegd, ik luister niet, maar het valt me op dat zij Duits spreekt en hij Venloos en dat gesprek gaat vloeiend. Als er een stukje verderop een tafeltje vrijkomt verkassen we. De stoelen net iets aangenamer voor de rug dan de barkrukken. Onze drankjes worden gebracht en we proosten op het goede leven. Het Duits en Venloos sprekende stel rekent af en vertrekt en laat een wit tasje waarop in zwarte letters staat, i like you, achter. Ik kijk waar ze heen lopen om te zien of ik door het hekwerk heen kan roepen maar ze lopen de andere kant op dus ik moet toch even rennen. Ik roep. In het Nederlands, en op het moment dat de man begrijpt dat ik naar hem roep draait hij om en loopt richting mij. In het Venloos zegt hij dat hij het tasje nu al twee keer is vergeten. Ik zeg dat de term op het tasje dan misschien niet helemaal van toepassing is en dat vindt hij wel grappig. Annemiek komt ons tegemoet lopen met het tasje. Hij bedankt ons en loopt terug naar zijn Duitstalige vrouw of vriendin en haar hondje. Wij lopen terug naar ons tafeltje en genieten van de dag.

Scanners…

Inmiddels werken we al zo’n jaar in de winkel met prijsscanners. Geen vervelende stickers meer op de boeken die we er in het magazijn op aan het plakken zijn en aan de kassa weer af moeten pulken. Geen beschadigde boeken meer wanneer de stickertjes die beweren boekvriendelijk te zijn dat toch niet blijken te zijn. En het spaart geld en het milieu. Redenen genoeg om geen stickertjes meer te plakken dus. Maar de prijsscanners deden het ook niet echt lekker. Soms moest je een boek wel vijf keer onder de scanner houden voordat eindelijk een keer de prijs getoond werd. Soms na een oneindige hoeveelheid poging echter nog steeds niet waardoor klant bij kassa kwam informeren naar de prijs. Vaak gebeld met de automatiseringspartij die naar de logging staarden en met oplossingen kwamen als, houd het boek op afstand en beweeg langzaam naar de scanner toe. Een andere helpdeskmedewerker beweerde weer juist het omgekeerde en een volgende was eerlijker en begreep het gewoon niet. Ondertussen begreep ik het ook niet want het principe is zo simpel. Een apparaatje dat een barcode moet scannen en titel en prijs op een schermpje tonen. Zo moeilijk is dat niet. Vandaag neem ik eens de tijd om te zien of ik het wel kan begrijpen. Ik schroef de scanner die het het slechts doet en neem het ding mee naar kantoor. Sluit het weer aan, ga naar het menu en vind niet echt iets waardoor ik vermoed dat ik het probleem kan oplossen. Wanneer ik via het IP adres het apparaat benader krijg ik een volledig ander menu en daar vind ik wel iets interessants. De lijst met soorten barcodes die het apparaat moet begrijpen. Tientallen. Terwijl we in het boekenvak altijd met slechts één soort barcode werken, een ean. Ik kan me zo maar voorstellen dat, na een scan, wanneer het apparaat uit tientallen opties moet bepalen hoe de scan geïnterpreteerd moet worden, de verkeerde gekozen wordt waardoor het ophalen van informatie mislukt. Ik sluit alle opties van barcodes op de normale ean na, start de scanner opnieuw op en probeer. Bliep. Gegevens. Bliep. Gegevens. Ik probeer het in allerlei hoeken maar het lukt me niet meer om de vervelende onbekende scancode melding te krijgen. Steeds toont het apparaat keurig de gewenste gegevens. Slechts één van de acht scanners weigert zich in het netwerk zichtbaar te stellen waardoor ik die niet kan benaderen en ik toch weer de automatiseerders moet bellen. Ik leg het probleem uit, ook de uitkomst en verzoek hun om uit te zoeken waarom die laatste scanner niet wil. Ze zijn vooral benieuwd naar mijn oplossing en hoe het komt dat het scannen nu zo soepel gaat. Het is natuurlijk te erg dat ik mijn automatiseerders moet uitleggen waarom hun apparaten niet werkten, maar vooruit, door deze oplossing zullen collega’s ook geholpen kunnen worden. Hoop ik alleen dat ze mijn laatste scanner die nog moeilijk doet ook weten te helpen.

Mauk…

Ik lees een boek uit. Mauk, van Jan Vantoortelboom dit keer. Onlangs ruimden we onze boekenkast op en besloten we de boeken alfabetisch te plaatsen op naam van auteur. Toen pas zag ik hoeveel ik al eerder heb gelezen van Vantoortelboom en terwijl ik met mijn vinger langs de ruggen van de boeken strijk springt bij elke roman een herinnering boven. Meester Mitrailette, de Verzonken jongen, Jagersmaan, de drager. Er zijn er nog meer. Ik heb ze allemaal gelezen. Vantoortelboom verheft, in mijn opinie, taal. Wordt het poëzie? Nee. Maar hij weet taal terug te brengen tot de essentie. Schrijft geen vuistdikke romans maar wat hij schrijft blijft me langer bij dan menige roman die vijf keer de omvang heeft. Zo ook bij Mauk. Een verhaal over een jongetje. Over een gewelddadige vader. Over de boeken van Karl May en over een ontbrekende moeder. En over zijn sterke broer, Henri. Sommige boeken beginnen met de krachtigste zin. Mauk begint zo: Nu ik hier lig te sterven, heb ik het voorrecht te besluiten dat ik dit alles, dit wat men zo voldaan het leven noemt, had overgeslagen, als ik daartoe de kans had gekregen.
Indrukwekkend, net zoals de rest van het boek. Ik zet het boek bij in onze recent op alfabet geplaatste kast en ik weet zeker dat ik zo nu en dan nog even met een vinger over de rug streel.

Pommes…

Er staat een Duits echtpaar voor de toeristenbalie die me in het Engels aanspreken en dat vind ik attent. Nu kan ik me echt wel met elke verkeerde naamval, steenkolen Duits en enige arm en handbewegingen verstaanbaar maken, Engels gaat me toch gemakkelijker af. Dit keer zijn de rollen omgedraaid en help ik het echtpaar af en toe met de Engelse woorden waar ze niet op kunnen komen en vul ik soms zelfs een Duits woordje in. Ze verblijven een paar dagen in de stad en hun zoon komt morgen vanuit Amsterdam met de trein aan en ze vragen zich af waar ze hun auto dan kunnen parkeren. Ik wijs hen de plek aan bij het station en ook de overige parkeergarages. Ook wijs ik op de kaart naar het terrein aan de overkant van de Maas waar ze hun bolide gratis kunnen stallen. Dat is de optie waar ze voor gaan. Ze vragen nog hoever het lopen is vanaf die parkeerplaats naar het station. Ik schat het een ruim kwartier. Ze zijn tevreden met de informatie maar ze hebben nog wel een andere vraag. We would like to eat pommes. De man spreekt de vijf Engelse woorden, de vrouw roept er pommes achteraan. Ik pak de kaart en wijs naar de dichtstbijzijnde frietkraam, bekend van het frietei en ik teken een vakje op de kaart. De man schrijft daar een P in. Pommes, zegt hij. Ik wijs een volgende aan op de Hoogstraat en op de Parade. Vervolgens begin ik achter het stadhuis en teken daar zo nog drie vakjes, waar ik nu steevast zelf een P in plaats. Pommes. De man zegt dat dat genoeg keus is, hij is verbaasd dat ze zelf nog niet bij een frietkraam waren uitgekomen. Hij noemt me de held van de dag, en ik zeg dat er dan niet zo heel veel nodig is om een held te worden. Even valt het stil. Dan spreekt de vrouw nog één keer. Pommes.

Provisioning…

Soms begin je aan een dag met de bedoeling allerlei werk gedaan te krijgen en soms lopen de dagen gewoon eventjes heel anders. Maandag was zo’n dag. Overigens, mocht je een poging gedaan hebben om ons maandag te bellen dan is dat waarschijnlijk niet gelukt. Een paar weken gelden ontstond het idee om van twee providers terug te gaan naar één. Ooit ontstaan maar nu feitelijk niet meer zinnig, dus onnodig duur. Aangezien onze telefonie bij de ene provider liep en het gehele internet bij de ander moest er iets gebeuren. Porteren van telefoonnummers, noemen ze dat. Portering werd aangevraagd en maandag om elf uur zou ik gebeld worden om de nodige acties uit te voeren. Mij was verzekerd dat de telefoons er slechts een paar minuten uit zouden liggen. De man van de technische dienst belde me een kwartiertje voor elf, hoopte dat dat geen probleem was en dat hij dan nog voor elven alles gereed zou hebben. De eerste drempel tijdens het porteren kwam al snel opdagen, er kon niet ingelogd worden op het basisstation waar de nodige settings aangepast moesten worden. Na een reeks pogingen werd besloten om de fabrieks instellingen terug te zetten. Dat was rond elf uur en toen gingen de telefoons uit. Na het terugzetten van de fabrieksinstellingen kwam zelfs het scherm waar de inloggegevens ingevoerd moesten worden niet meer tevoorschijn. Heel veel telefoontjes volgden. Met mijn mobiel. Met de technische dienst van de nieuwe provider, met de technische dienst van de oude provider. De ene keer werd ik niet geholpen, een andere keer weer juist heel goed. Uiteindelijk leerde ik daardoor nog een nieuwe term kennen. Provisioning. Dat betekent dat een provider zijn kenmerken koppelt aan jouw hardware, de telefoons en basisstation in dit geval, en zolang ze die niet ontkoppelen kan een nieuwe provider er niet in. Het duurde tot half vier voor dat eindelijk opgelost werd en daarna kon er eindelijk geïnstalleerd worden. Dat duurde wel iets langer dan het eerder beloofde kwartiertje maar om kwart over vier, meer dan vijf uur nadat onze telefoons uit gingen, konden we weer gebeld worden. Een beetje verwachtingsvol keek ik naar de toestellen, maar uiteraard belde juist nu niemand op.

Vrienden…

We treffen de eerste twee terwijl we nog op de fiets richting het feestje zijn. Vrienden. Ook op weg, is de vraag en we knikken instemmend en ze gaan ons voor om, op de weg naar het feestje, een vriend van hun op te pikken die al klaar staat en vervolgens met ons mee fietst. Bijkletsen. Op de fiets. Hoe het gaat met de dochter, hoe het gaat met de zonen. Aankomen in Velden en het huis bewonderen dat we nog niet eerder zagen. De bewoner, vriend, die inmiddels heel veel weet te vertellen over bomen en de problemen die bomen kunnen hebben nu hij een heel bos achter zijn huis heeft staan wat hij zijn eigendom mag noemen. We zijn een van de eersten maar de overige gasten volgen snel. We staan binnen omdat het buiten regent, en ik merk dat ik het lastiger vindt om gesprekken te volgen in de kakofonie aan geluiden van gesprekken en muziek die klinkt. Iets met leeftijd, denk ik. Net zoals de gesprekken die we niet voerden toen we dertig jaar geleden in de Splinter aan de bar hingen. Toen kwamen cholesterol of hoge bloeddruk tabletten niet ter sprake. Nu wel. We worden toch echt ouder met z’n allen. Buiten gaat het beter, kan ik de gesprekken beter volgen en genieten van de warmte van het hout dat brandt in de vuurkorf. Zo hard brandt dat het onze enkels schroeit en soms regent het eventjes, zoals het de laatste weken vaak doet, maar vanavond laten we ons er niet door afschrikken. Gaan we twee keer eventjes naar binnen omdat het buiten te nat wordt maar gaan we direct daarna weer naar buiten en kijk ik naar de man tegenover me, die in slaap is gevallen, iets wat vuur met je doet. Hij dommelt. Beweegt heen en weer en slaapt in alle rust. Wij kletsen door, met vrienden, of met vrienden van vrienden die we eigenlijk niet kenden maar die vanavond allemaal als vrienden voelden.

Springen…

Ik loop met de pakketjes voor de post richting Maasstraat. Op de Heilige Geesstraat zie ik een moeder met twee dochters aan komen lopen. De ene dochter wat jonger dan de andere. Het jongste meisje springt hoog en plempt haar twee laarsjes in een plas waardoor het water opspat en het oudere zusje daarover moppert en tegen het meisje zegt dat ze daarmee moet stoppen. Ik zie de moeder kijken en glimlachen. Ongeveer zoals ik ook aan het glimlachen ben wanneer ik het meisje de volgende plas in zie springen. Eigenlijk heb ik zin om met haar mee te doen en de volgende plas de mijne te maken. Het feit dat ik aan het werken ben en zo dadelijk weer in de winkel sta weerhoudt me ervan. De laatste keer dat ik fatsoenlijk in een plas ben gesprongen is alweer een paar jaar geleden. We kwamen terug van de Vrienden van Amstel Live en het had flink geregend. Op de parkeerplaats zag ik een uitnodigende plas. Ik nam een aanloop en zo hard als ik kon sprong ik in het water. Een zuil van water sprong omhoog en zorgde ervoor dat ik doorweekt was. Druppend stond ik even later in de lift naar boven. Nat, maar met een glimlach op mijn mond.

Snoepje…

Ik sta achter de toeristenbalie en ik heb net een echtpaar, die hun boot in de haven hebben gelegd en informatie willen over de mooie plekjes van Venlo, en met name de wat kleinschaligere restaurantjes, op weg geholpen met allerlei opties. De telefoon gaat. Ik neem op en krijg een klant aan de telefoon die beloofd had om gisteren haar bestelde boek op te halen maar door de aanhoudende buien daar niet toe gekomen is. Ik zeg dat dat helemaal niet erg is. Ze spreekt me direct tegen en zegt dat het zeker wel erg is. Dat de boekwinkel voor haar een snoepjeswinkel is en dat ze het heel erg vindt dat ze door de regen niet onze kant op kan komen. Ik zeg dat ik haar daarin gelijk geef. Het is inderdaad erg. Ze vraagt of we haar bestelling morgen kunnen bezorgen en ik geef aan dat dat uiteraard geen enkel probleem is. De bezorger zal ergens, afhankelijk van zijn route, tussen twee en vier bij haar zijn, zeg ik, en ze kan bij hem betalen met de pin. Dat heeft ze eerder gedaan, zegt ze en ze dankt me voor de service. We groeten en hangen op en pas dan bedenk ik me dat ik dat ik had moeten zeggen dat ik voor haar hoopte dat het weer haar snel niet meer van haar snoepjeswinkel zou weghouden. Te laat. Maar vandaag zal de bezorger in elk geval één snoepje aan haar deur bezorgen.

Bui…

Ik kijk even op buienradar voor ik tegen mijn collega zeg dat ik ga lunchen en mijn fiets pak. Een onmisbare check deze dagen om te voorkomen dat ik weer eens met natte kleren de rest van de middag aan het werken ben. Geen buien aangekondigd. Een heel klein plukje rond één uur maar ik weet dat ik tegen die tijd al weer lang terug ben. Toch zet ik eventjes mijn fiets terug om mijn jas aan te doen. In de wind, zonder zon, vind ik het op de fiets toch net wat fris. Het is dat moment wanneer ik opeens een hoop gegil op straat hoor en ik kijk door de ramen en zie hoe een wolkbreuk de Begijnengang in een ogenblik in een riviertje verandert. De mensen die er op liepen of fietsten doorweekt. De wolkbreuk is even snel weg dan dat hij kwam. Nog geen minuut later is het weer droog en slechts de natte straat en het water dat zijn weg richting putten zoekt is het bewijs van de korte regenval. Als ik op de fiets halverwege thuis ben breekt de zon alweer door. Het ziet er raar uit. Voor me de donkere lucht waar zojuist zoveel water uit viel en op mijn rug de warmte van de zon. Ik ga thuis lunchen en daarna lopen we met de hondjes en tegen de tijd dat ik terug ben is het bijna één uur, maar van het plukje buien dat buienradar juist daar wel aankondigde is niets meer te bekennen.

Lessen…

Ik lees een boek uit. Lessen van Ian McEwan, dit keer. Ik las al eerdere boeken van deze auteur maar lessen vind ik tot nog toe zijn beste werk. Lessen. Zijn het de pianolessen die de jonge Roland kreeg. Zijn pianolerares en de keuzes die daaruit voortvloeiden. Of zijn het juist die keuzes die de titel vormen. De levenslessen die er uit volgden. De vrouw waarop hij verliefd werd, Alissa, die nadat ze samen een kind kreeg vertrok omdat het niet het leven was dat ze voor zichzelf had bedacht. Die grotere plannen had met het schrijven van romans en daarmee succesvol wilde worden. Die uit het leven van Roland en hun kind verdween en onzichtbaar werd, onvindbaar. Roland die haar eerst obsessief probeert te volgen, haar leven in de media en in de romans en die haar steeds meer naar de achtergrond weet te laten verdwijnen zonder dat ze ooit weg is. Een boek over het maken van keuzes en hoe die keuzes allesbepalend kunnen zijn. Liefde, trouw, afscheid en verdriet. Seks. Ouder worden. Terugkijken. Een veelomvattend roman, maar vooral ook een prachtige roman. Eentje waar ik nog lang en met plezier aan terug zal blijven denken.