Beurs…

De zomerbeurs komt er weer aan en, omdat we het met de verbouwing en aanstaande verhuizing toch wel een beetje druk hebben, lukt het ons niet om ook daadwerkelijk twee dagen naar de beurs toe te gaan en zullen we het grootste deel digitaal doen. Dat betekent het doorspitten van tweeduizenddriehonderdenzesentwintig titels die dit keer geselecteerd zijn door Libris. Dat zijn er een boel maar het valt gelukkig mee ten opzichte van de andere beursmomenten. Een aantal vertegenwoordigers van uitgeverijen bellen een paar maanden voor de beurs al op om een afspraak te maken om langs te komen in Venlo en de aanbiedingsgesprekken in de winkel te voeren. Dat is normaal gesproken wanneer we wel naar de beurs gaan al fijn, dit keer is het helemaal prettig. Vandaag komt Petra langs en ik heb de drie aanbiedingsboeken die we door zullen gaan spitten al klaar gelegd. Petra is, zoals altijd, heerlijk enthousiast. We praten eerst over de grootse plannen die we hebben en waarvan de realisatie nu wel heel erg dichtbij komt. Over het boekenvak en het Engelse boek maar vooral ook over de Nederlandstalige young adult titels die soms zo moeilijk op de juiste plek in de winkel te plaatsen zijn. We zeggen te denken dat we in de nieuwe winkel de juiste plek hiervoor wel hebben. Met de rug naar de kinderboeken en uitkijkend over het Engels assortiment hopen we de jongvolwassenen een eigen plek in de winkel te bieden. We lopen de aanbieding door. Controleren aantallen van titels van auteurs waar we eerder titels van ontvingen. Aantallen die geleverd zijn, eventueel nabesteld of niet en als niet hoeveel er dan wellicht nog in de winkel liggen. Die informatie bepaalt het aantal dat we nu inkopen van een titel. Ik kijk in de aanbiedingsboeken naar de eerdere titels, Petra controleert in haar systeem hoeveel we er geleverd hebben gekregen en Annemiek controleert hoe snel de verkoop ging en wat de voorraad is. We sturen op cijfers. En daar hebben we er gelukkig een heleboel van.

Zon…

Zondagochtend. Ik wandel met de twee hondjes richting de Hertog Reinousingel in mijn korte broek omdat de voorspellingen twintig graden beloofden maar zo voelt het niet. Het is vooral de wind die koud aanvoelt en rillend bereik ik het hondenpad. Ik kijk naar de lucht en zie flets de zon achter witte wolken verborgen. Richting het oosten alleen maar witte wolkjes en als ik naar het westen kijk is de lucht blauw. De fletse zon op de rand van de twee en ik probeer te ontdekken in welke richting de wolken gaan en hoewel het flink waait, brengt diezelfde wind de wolken niet echt in beweging. Toch ontdek ik dat de wolken de juiste kant op bewegen en even later komt de zon achter de witte wolkjes tevoorschijn. Ik voel de warmte. Eindelijk weer eens en dat is direct een momentje van geluk. Een lente die ons meer regen dan zon gaf, tot op heden, waar we snakten naar het betere weer en dat ons slechts spaarzaam toebedeeld werd. En hoewel de rest van de dag niet zo best zal zijn, wolken blijven toch de zon irriteren en de regen is ook niet helemaal uit het straatbeeld verdwenen, nu, op dit moment, is de zon er en warmt en straalt de straten droog en zorgt dat ik fluitend het hondenpad afloop.

Rust…

Het zijn, sinds de verbouwing, vooral de ochtenden die onrustiger zijn geworden. En dat is niet omdat de rest van de dag zo gelijkmatig en volgens planning verloopt. Er is altijd wel weer iemand die de Keulsepoort binnen moet of een uitspraak nodig heeft over hoe iets opgelost moet worden. Dat gebeurt dus de hele dag, maar in de ochtend heeft het de grootste impact omdat we daardoor vaak veel vroeger op moeten staan dan normaal. Dat we de wekker zetten om zes uur om elf minuten later een appje te lezen dat de verwachte stukadoors niet al om zeven uur maar pas om half tien aanwezig zullen zijn. Dat geeft opeens tijd voor een kop koffie, een toch iets rustigere start van de dag dat toch weer verstoord wordt door het telefoontje, iets na zevenen, van de elektriciens die verwacht hadden dat de stukadoors hen binnen zouden laten en daardoor hun aankomsttijd niet met ons hadden gecommuniceerd. Dus begint de dag toch weer sneller. Jas aan, laptop mee en even later zoef ik op de Tripl door de straten van Venlo richting onze nieuwe locatie. Nog iets meer dan een maandje. Dan krijgen we in elk geval de rust in de ochtend weer terug.

Afplakken…

Het was een zeer bewuste keuze om de ramen van de Keulsepoort niet af te plakken tijdens de werkzaamheden. Onze projectontwikkelaar opperde dat, we keken elkaar aan, en wisten dat we het eens waren om dat niet te doen. We willen juist wel dat iedereen de vorderingen kunnen zien en dat zorgt voor uitspraken aan beide zijde van de einder, van ongelofelijk hoe hard daar gewerkt wordt, tot er gebeurt echt nog helemaal niks. Iemand die dat laatste beweert heeft niet gezien waar we vanaf komen, of is dat vergeten want in de afgelopen maanden is er gigantisch veel werk verzet. En zeker, op dit moment gebeuren er ook heel veel dingen op onze nieuwe locatie die niet direct zichtbaar zijn. Soms lopen we aan het eind van de dag door de ruimte en zoeken we naar de aanpassingen die de elektriciens hebben aangebracht en dat is niet altijd even zichtbaar maar dan worden we weer blij van die ene knop, die we opeens vinden en die alle lampen aanzet. Al veel trouwe klanten, vrienden en kennissen kwamen even kijken. Het moment van in en uit de deur lopen blijkt voor ons tricky. Dat is het moment dat vaak een bekende zegt, en, schiet het op en dan nemen we de tijd voor een korte tour. Vandaag komt een groep ondernemers op bezoek. Dat is vooraf gepland, maar op vier sheets na die we met een projector op een muur laten zien hebben we verder niets voorbereid. We vertellen zoals we het al vaker hebben verteld en waar ons hart van vol is en dus gemakkelijk overloopt. De reden waarom, de keuze van de locatie, de veranderingen die het met zich meebrengt. Het is mooi om de positieve en waarderende reacties terug te krijgen juist van deze ondernemers want zij weten als geen ander hoe hard werken het soms is, hoe je je ziel en zaligheid in je winkel legt en de uren die je er in steekt. Het is het waard, over iets meer dan een maand is het klaar dan mag iedereen binnen maar tot die tijd, kom gerust af en toe door de ramen kijken, ze zijn niet afgeplakt, en als een van ons er op dat moment toevallig is, mag je beslist al even binnen kijken.

Boon…

We zitten bij de Hanos in de vroege ochtend en de koffiespecialist zet ons het eerste kopje koffie voor. Voordat we dit eerste kopje kregen, waar we stiekem toch wel zin in kregen, vertelde hij over alles wat zijn bedrijf kan doen op het gebied van koffie. Met welke producenten ze samenwerken en hoe we de verschillen in de bonen kunnen herkennen. De fruitigheid, de melange, de volle smaak. Ze kunnen zelfs voor ons onze eigen koffieboon branden, wellicht iets voor de toekomst maar voor nu nog eventjes een te grote pallet met koffiebonen die we dan in huis moeten nemen. We beginnen met proeven. Tussen de kopjes koffie door drinken we water in een poging de smaak van de vorige koffie te neutraliseren maar helemaal weg gaat de smaak niet. Een goed teken, maar voor een proeverij wellicht iets minder fijn. We merken dat we de wat meer fruitige boon minder plezierig vinden nasmaken. Een tikje zurig en juist de volle smaak van een volgend kopje koffie bevalt ons goed, een dermate volle smaak dat het moeite kost om het kopje koffie dat daarna volgt überhaupt te proeven. Het is dat moment waarop we de boon hebben gekozen die over anderhalve maand de basis gaat zijn van een heerlijk kopje koffie. Een volle krachtige smaak. We kiezen ook de espresso boon. Het wordt het zelfde huis, Italiaans, niet al te groot, een vierde generatie familiebedrijf met een passie voor koffie en een passie voor smaak. Met genoeg koffie op lopen we de rest van de winkel door. Kiezen kopjes, theeglazen en gebaksbordjes. De thee wordt gekozen en ook de frisdrank, stoelen voor in de koffiecorner en de dispensers voor het toiletpapier. Het zijn veel keuzes, veel beslissingen, maar met de hoeveelheid koffie die we genoten hebben nemen we ze toch behoorlijk snel.

Eén…

Voor de tweede week op rij zijn de elektriciens bezig. Elektriciens werken gestructureerd en netjes, zo leren we de afgelopen weken. Ze ruimen op, vegen aan en verzetten heel erg veel werk. Zo werden er gleuven gefreesd in de betonnen vloer. Leidingen aangelegd en netwerkkabels getrokken. In de nog lege ruimte vind ik dat spannend. Alles gaat op tekening en we beginnen de plekken waar straks balies gaan ontstaan herkennen aan de kabels die op die punten uit de grond steken. Sinds deze week hangen de lichtrails. Er staat nog een volle pallet met spots, maar de rails hangen alvast en omdat we op vrijdag een bijeenkomst op de Keulsepoort organiseerden, hingen de elektriciens alvast een aantal spots aan de rails. Genoeg om de avond aan te lichten. Aanzetten gaat nog door een groep in de stoppenkast omhoog te lichten maar er is licht en het is geen bouwlamp meer. Komende week de stukadoor. Belangrijk omdat daarna droogtijd volgt. Dan de schilder, het egaliseren van de vloer en het leggen ervan. Dan nog het opbouwen van het interieur. Eén juni, zeiden we november vorig jaar. En één juni wordt het. Dan is het klaar. De exacte data voor verhuizing en wat het betekent voor de openingstijden tijdens de verhuizing volgen nog. Maar één juni is het klaar.

Geblokkeerd…

Eén gehuurd busje, drie verhalen. We rijden terug van de stort in het inmiddels lege busje. Net voor de brug stop ik bij het tankstation om de bus af te tanken zoals je behoord te doen voor het terugbrengen. Er staat een auto links voor ons die staat te wachten op een Duitse auto die aan de rechterkant staat, maar zo ver naar het midden dat de auto voor ons er niet links langs kan gaan staan. We wachten op de man die staat te tanken en op een gegeven moment zien we hem ingespannen staan kijken naar het scherm en steeds zie je hem even in de hendel van het vulpistool knijpen in een poging een rond bedrag of afgerond aantal liters op de teller te krijgen. Het deert de man duidelijk niet dat er mensen op hem aan het wachten zijn. Na een tijdje is hij tevreden en loopt naar binnen om te gaan betalen. Wanneer hij weer naar buiten komt loopt hij niet naar zijn auto, maar om het gebouwtje heen om, denken wij, naar het toilet te gaan. Hij zou ook even zijn auto kunnen verplaatsen zodat de twee auto’s die hij blokkeert verder kunnen maar daar kiest de man niet voor. Hij blijft best lang weg en wanneer hij weer verschijnt en nu wel naar zijn auto loopt komt er geen enkel verontschuldigend gebaar richting ons. Hij stapt in, rijdt verder en geeft ons daarmee eindelijk de ruimte om ook te gaan tanken.

Troep…

Vroeg in de middag kom ik met het busje terug in Venlo. Twintig kasten achterin die op de Keulsepoort uitgeladen moeten worden. Eerst maak ik plaats in de ruimte waar over anderhalve maand de elektrische fietsen zullen staan die we verhuren voor stadstochten en waar onze ouder wordende Tripl nu een aangenamer slaapplekje wacht. Er ligt nogal wat troep en, omdat we nu toch een busje hebben, besluiten we die troep naar de milieu straat te brengen. Op een grote plaat na heb ik de ruimte leeg en aangeveegd wanneer mijn zoon arriveert. Samen met hem tillen we de grote plaat uit de ruimte en vervolgens alle twintig pakken met kasten weer in de ruimte. Daarna kunnen we de lege bus vullen met alle troep die we even op de stoep parkeerden en de troep die nog op een hoopje in onze toekomstige winkel lag. Het is niet heel veel, in het busje, maar de troep hoeft maar weg te zijn en het is veel te weinig om een container te laten komen. Bij de milieu straat zijn ze het daar niet mee eens. Bedrijfsafval, zegt de man, terwijl we in de stromende regen naar de puin in het busje kijken. Klopt, zeg ik. Mag niet hier, zegt de man. Ik kijk naar de rommel in het busje en het verschilt niet zo heel veel van huis tuin en keuken rommel maar ja, het komt uit een bedrijf. Of er geen oogje dicht geknepen kon worden maar de man knijpt niet. Zegt, misschien naar Collin, dus dat doen we maar. Even zoeken naar een receptie en het huisje op het terrein waar wel veel gele gebouwen staan is zelf niet geel dus ik twijfel of ik goed zit. Een vrouw aan de balie met een wat Duits accent vraagt me naar de naam van het bedrijf. Koops, zeg ik en ze begint te lachen, ze heeft me de laatste tijd heel veel aan de telefoon gehad voor containers. Dat klopt, en dit keer kom ik wat brengen. Dat blijkt weer een ander contractvorm te zijn, dat moeten ze aanpassen maar dan mogen we doorrijden, rondje door dat wat recycling is en dat is een fascinerend rondje. We steken de weg over zoals gezegd en aan het eind van een plein gaan we naar links waar we opgevangen zouden worden en een man op een heftruck die voorbijrijdt zegt, de mannen zijn achter maar ik parkeer de bus ergens in het niets. In vieze poes wandelt voorbij en gaat een eindje verderop haar pootjes likken. Dan staat er opeens wel een man naast ons. Waar komt hij opeens vandaan. Hij zoekt op zijn ipad naar onze naam, Koops, en vindt het niet. Gaat bellen, in gesprek. Krijgt een telefoontje, gaat niet over ons. Belt nog eens. Geen gehoor. Wordt weer gebeld en nu gaat het wel over ons. Leg het daar maar neer, zegt de man nadat hij in het busje heeft gekeken. Bij de witte slangen. Ik rijd het busje achteruit tot bij de witte slangen en stap uit in een laag blubber. Mijn schoenen hebben al heel wat te verduren tijdens de verbouwing maar dit is weer een nieuw niveau. We trekken de bus leeg. Gooien als laatst de hele grote zware plaat die ik niet in mijn eentje uit het pand getild kreeg op de rest van onze troep, stappen in, en rijden weer weg. Lege bus, weer een wat leger pand, en weer een beetje dichter bij de voltooiing.

Tunnel…

Ik rijd weg in het gehuurde busje richting Hasselt om twintig kasten op te halen die over ongeveer een maandje nodig zijn voor de interieurbouwer. Er zit geen navigatiesysteem in het busje dus ik zet het adres in België in de navigatieapp die ik ook gebruik als ik op de Tripl aan het bezorgen ben. Ik rijd de straat uit en ik weet dat ik naar links moet maar de navigatie stuurt me naar rechts. Ik kijk op het schermpje en zie hoe het rode lijntje naar de oude brug krult en vervolgens door Blerick heen slingert. Ik ben geografisch niet goed onderlegd en heb hulp nodig om op een plaats van bestemming ook daadwerkelijk te arriveren. Ik weet echter wel dat, wanneer ik richting Hasselt in België moet rijden, ik eerst richting Maastricht moet. Terwijl ik koppig de navigatie negeer en naar links rijd, bedenk ik me opeens dat ik die navigatie op de Tripl gebruik en om die reden het vinkje bij vermijd snelwegen heb aangezet. De route die het systeem heeft uitgezocht gaat helemaal binnendoor. Ik zet snel de navigatie uit en besluit om ergens bij een tankstation of parkeerplaats te stoppen om even uit te zoeken hoe ik de snelwegen weer kan toevoegen maar rij vooralsnog richting Maastricht. In Roermond, net voor de Roertunnel, stop ik even bij een tankstation. Ik vind vrij snel de instelling, start de navigatie en rij weer door. Vertraging van een paar minuutjes. Ik zie de tunnel in de verte en opeens zie ik een stoplicht rood oplichten. Overal zie ik waarschuwingslichten op de auto’s flitsen terwijl iedereen remt en ik rem ook maar vind in de mij vreemde bus even de waarschuwingslichten niet wat me weer een paar keer flitsen van groot licht van de vrachtwagen achter me oplevert en ik hef mijn arm excuserend hoog tot ik besef dat de vrachtwagenchauffeur door de lengte van de bus mij echt niet kan zien. Dan staat alles stil. Eventjes laat ik de motor nog aan, maar ik zie een eindje verder het rode stoplicht, dus zet ik mijn motor af in afwachting van groen. Het probleem van een sluiting van een tunnel is dat je niet weet hoe lang het gaat duren, je weet niet wat er aan de hand is, je kunt alleen maar wachten. Uiteindelijk duurt het een kwartier. Dat is te behappen. En ik keek af en toe of het stoplicht op groen zou springen maar dat doet het uiteindelijk helemaal niet. Het gaat van rood, naar oranje, naar uit.

Tasje…

Ik sta te wachten in de deuropening van ons pand aan de Keulsepoort. Er moeten luchtslangen ingemeten worden en de monteur had eerder gebeld dat hij er met een kwartiertje zou zijn en ik ronde nog even een paar dingetjes af en liep toen deze kant op om vervolgens nog eens een kwartier te wachten. Het zonnetje schijnt maar het is best fris. Een vrouw zit in een winterjas op de rand van het plantsoen en geniet van de voorjaarszon, een jongen komt voorbij terwijl hij in gesprek is op zijn telefoon en ik hoor hem zeggen dat hij dacht dat het warm was en dat hij nu in zijn korte broek fietst terwijl het fucking koud is. En ik kijk naar het witte tasje dat een dans in en vooral boven de plantenperk uitvoert. Eén van de mooiste films die ik ken is American Beauty. Sinds alle beschuldigingen aan het adres van Kevin Spacey wellicht niet iets om van de daken te schreeuwen, maar goed, in die film zit dus die scene van de filmende buurjongen die een tasje volgt dat steeds weer gegrepen wordt door de wind en onvermoeibare pirouetjes blijft draaien. Die scene speelt zich nu voor me af. Het tasje draait en zwenkt, meestal zijn de twee hangende hengseltjes naar beneden gericht waardoor het net twee beentjes zijn die steeds weer het perkje aantikken en dan weer de lucht in vliegen. Het perkje lijkt ook een onzichtbare grens te hebben. Soms vliegt het witte tasje richting de klinkers van de straat maar steeds weer komt het tasje wervelend terug tussen de planten. Een enkele keer gaat de wind even liggen en daarmee ook het tasje, in een moment van rust, om vervolgens weer meegenomen te worden. Het is maandagochtend. Ik sta bij de Keulsepoort te wachten terwijl ik eigenlijk heel veel werk te verzetten heb en ik kijk naar de danscapriolen van een wit tasje in de wind.