Afval…

Ik betrap me er zelf op het afval nog altijd keurig in de grijze bak te splitsen, ondanks het onlangs bekend gemaakte bericht dat de verwerker van het huisafval die splitsing in de bakken helemaal niet kan verwerken en dat uiteindelijk niets gerecycled wordt maar alles verbrand. En dat dat al zeker een jaar het geval is en met die wetenschap denk ik terug aan de keren dat ik een poging heb gedaan om een verkeerd gevallen plastic bakje uit het verkeerde vak van de bak te vissen om het alsnog in de juiste te krijgen. Zinloos blijkt nu. De afvalverwerker bleek helemaal niet in staat om de gesplitste bakken daadwerkelijk gesplitst in te zamelen en in plaats van de verwerker zich aan de gemaakte afspraken te laten houden kiest de gemeente anders. Zakelijk lag ik onlangs ook al in de clinch met een afvalverwerker, een andere dan de huisvuilophalers overigens. Ook zij gingen er opeens andere regels op na houden en ook daar moest de klant inschikken en volgde de gemeente de gedachtengang van de verwerker. Ik denk dan altijd, er was een aanbesteding, die hengelde je binnen met grote beloften en tegen de tijd dat de contracten getekend waren en er geen weg terug was brak je die beloften dus is er dan niemand bij de gemeente om op het contract te wijzen en te zeggen, hé jongen, of meisje, in elk geval, doe wat beloofd is. In beide gevallen gebeurde dat niet. Zakelijk niet en nu ook met het huisvuil niet. Het probleem wordt ergens anders neergelegd, namelijk de afnemer van de verwerkingsdiensten, in dit geval de huishoudens. Die mogen binnenkort alweer afval gaan scheiden, dit keer in zakken en in de grijze bak. Waar huishoudens met kleine, of ontbrekende tuintjes die zakken moeten laten is kennelijk niet bij het vragenrondje naar voren gekomen. Of het wellicht ongedierte aantrekt ook niet. Vanmorgen stond er een artikel in de krant. Over gemeenten waar gescheiden afval in vijfennegentig procent van de situaties zorgt dat alles de verbrander in gaat, omdat bij gescheiden afval slechts een maximum van vijftien procent vervuilt mag zijn. Gemeenten met een splitsing met zakken en grijze bak zijn daarin geen uitzondering. De enige echte oplossing is het splitsen aan de verwerker overlaten. Het mooiste voorbeeld vond ik het lege yoghurtpak, dat in het artikel beschreven werd. Een leeg yoghurtpak hoort bij PMD. Maar wat is leeg. Hoeveel resten yoghurt mogen nog in het pak zitten om het daadwerkelijk PMD te zijn en wanneer moet het bij het restafval. Een onmogelijke keuze, stelt het artikel maar een keuze die machinaal eenvoudig te maken is. De conclusie is wat mij betreft duidelijk. Eén bak, één keer in de week legen en de verwerker splitst. Sommige dingen moet je aan de professionals overlaten, en dan niet bij het ophalen.

Boos…

De man in zijn auto achter me is boos. Hij drukt op zijn claxon omdat ik het groene licht negeer en wacht. Wat hij wellicht over het hoofd ziet is dat de strook op de rotonde van de Koninginnesingel die de afslag richting de Sloterbeekstraat vormt, vol staat en als ik nu evengoed oversteek, ik met de Tripl midden op de straat moet gaan staan wachten en hopen dat de stoplichten richting Sloterbeekstraat eerder op groen springen dan de twee banen die van de brug af komen. Dat risico loop ik niet dus wacht ik tot inderdaad de Sloterbeekstraat verkeerslichten eerst op groen springen en rijd ik door. De man in zijn grote auto, met zijn vrouw naast zich, doet alle moeite om mij te laten zien dat hij boos is en hij is daar zo enorm mee bezig terwijl hij me inhaalt dat hij mist dat zijn volgende stoplicht op rood staat. Hij schiet vol de remmen in, zijn auto slipt en ver over de streep waar hij voor zou moeten stoppen staat hij stil. Dan kom ik weer voorbij, rechts van hem. Ik glimlach en knik hem vriendelijk toe. Het helpt niet. Hij kijkt er niet minder boos door.

Bezorgen…

Ik druk in de lift op het knopje naar de vierde verdieping. Als de liftdeuren opengaan loop ik fluitend de balustrade op waar ik aan het eind de klant zie staan wachten. De klant zien we ook met regelmaat in de winkel maar met de weersvoorspellingen in zijn achterhoofd koos hij dit keer voor onze bezorgservice. Ik zeg dat dat prima is, dat we toch rijden. Hij vraagt of ik op het ding ben gekomen. Dat ben ik niet, geef ik aan. In de tien minuten dat het vanmiddag droog was ben ik met het ding, de Tripl, snel naar huis gereden, heb de bezorgbestellingen naar de auto overgeheveld en de Tripl in de garage geparkeerd. Rijden in de regen is niet erg maar als het water met zulke bakken naar beneden valt zit ik toch liever in de auto. De klant rekent het boek af en ik loop wederom fluitend de balustrade weer af. Een vrouw staat achter een betonnen schot en zegt, zo, u bent vrolijk. Ik zeg dat ik dat bijna altijd ben. Ze zegt dat ze dacht dat ik misschien de nieuwe buurman was, dat die vandaag komt intrekken en dat ze hoopt dat de nieuwe buren ook zo vrolijk zijn. Ik zeg dat ik dat ook voor haar hoop. Ik groet de vrouw, loop de hal in, kies dit keer niet voor de lift maar loop de vier trappen naar beneden.

Vickersons…

Ik lees een boek uit. Wij waren de Vickersons, van Jolanda Ivonne Clément dit keer. We maakten kennis met dit boek tijdens ons vorige beursbezoek toen we aanschoven bij de vertegenwoordiger van uitgeverij Ambo Anthos. Ze hadden dit boek eerder uitgebracht, vertelde ze, onder de titel Pleasant Valley, met een heel andere kaft, wellicht wat te zoetsappig en het boek, waar ze als uitgeverij heel erg achter stonden, had het niet goed gedaan. Tijd voor een tweede kans, iets wat een boek slechts zelden krijgt, met een andere titel en een andere kaft. Toegegeven, de eerste titel en kaft had ik niet opgepakt. Nu, zeker na het verhaal van de uitgeverij, wel. Annemiek was me voor en las het boek eerst, op vakantie. Ik volg haar in Venlo en kan niet anders dan het eens met haar zijn. Wij waren de Vickersons is een prachtig boek. Het vertelt het verhaal van Kite die eigenlijk Shannon heet maar onzeker is en zich steevast verschuilt achter haar vlieger. Kite woont in een straat waar het geluk je zou moeten toelachen. Mooie huizen, rijke buren. Tot er een gezin in de straat komt wonen die buiten het plaatje vallen en waardoor de ware aard van de buren boven komt drijven. Kite die het toch al niet gemakkelijk heeft. Haar vader die uit het leven stapte en een moeder die de grip op de werkelijkheid verloren heeft. Haar zus die gevlucht is naar het gezin van een vriendinnetje maar daar ook niet het geluk weet te vinden. Wij waren de Vickersons is geen verhaal over ellende, hoewel het zeker een rol speelt. Meer is het verhaal over hoop, over vertrouwen, vriendschap en vergeving. Het leest als een trein, iets meer dan vierhonderd pagina’s en het boek kost slechts een tientje. De afgelopen dagen mocht ik deel uitmaken van het leven van Kite, Maggie, Shannon en Cain. Ik zal ze niet snel vergeten.

Venloos…

Ik ken de vrouw goed, die met haar dochter voor me staat en het meisje is een beetje schuchter en de vrouw duwt haar naar voren zodat ze zelf de vraag zal stellen maar het meisje draait zich eerst naar haar moeder om en vraagt of ze de vraag in het Venloos mag stellen. Ze heeft me net in het Nederlands horen praten en dat maakte haar onzeker. Natuurlijk, zegt de kennis en dat vind ik mooi. Iedereen weet of hoort wel dat ik Nederlands spreek maar degene die me beter kennen weten ook dat ik al zo ongeveer mijn hele leven hier woon en daardoor perfect Venloos versta. De dochter vraagt naar de titel van een boek en niet alleen de vraag maar ook de titel van het boek vertaalt ze in het Venloos. Ik herhaal de titel in het Venloos en terwijl ik terug naar de computer loop vertaal ik het Venloos weer in het Nederlands. Ik zoek het boek op. We hebben het helaas niet liggen maar ik geef aan het morgen in huis te kunnen hebben. Dat is ook goed, zegt ze en ik bestel het boek voor ze, in het Nederlands. Dat dan weer wel.

Cline…

Een klant komt een boek terugbrengen. Het schaarse licht van Nino Haratischwili. Een prachtig boek en dat zeg ik ook tegen de klant die het daar mee eens is maar het boek dubbel heeft gekregen. We raken aan de praat over de auteur en dat haar eerste boek zo prachtig was dat iedereen zat te wachten op het tweede en dat viel, zoals zo vaak, nogal tegen. Het derde, het teruggebrachte boek, is daarentegen weer heel mooi. Ze kiest een ander boek. Een boek van Emma Cline en dat boek heb ik ook onlangs gelezen. Ik vraag of ze het eerste boek van deze auteur heeft gelezen, de meisjes, en de vrouw schudt van nee. De meisjes gaat over Charles Manson die meisjes in een commune lokt en ze zelfs tot moord weet aan te zetten. Een boek dat leest alsof je een splinter die onder je nagel zit er langzaam uittrekt. Traag, pijnlijk maar je moet door. De gast, van Emma Cline, haar nieuwste boek, leest ook zo. Het beschrijft het leven van Alex. Een leven dat een heel nieuwe wending krijgt wanneer de rijke Simon haar uit zijn leven weert. Op dat moment in het boek heb je, of in elk geval ik, al een hekel aan Alex. Een vrouw die de ene domme beslissing op de andere domme actie stapelt. Die een leven probeert te leiden die niet de hare is en zich afzet tegen de werkelijkheid waartoe ze behoort. Ze is een gast in iemand anders leven. En een gast vertrekt, zo ook Alex, die daar echter niet zo goed mee omgaat. Zo in detail vertel ik het de klant die het boek ruilt niet. Wel dat ik het knap vind dat de auteur het voor elkaar krijgt dat je als lezer zo’n hekel krijgt aan de hoofdpersoon van je verhaal. Daar is de klant het mee eens en ze zegt heel benieuwd te zijn en ze loopt met Emma Cline de winkel uit.

Stroom…

Goed. Soms snap ik dingetjes niet. Of misschien juist wel. Ik weet het niet, ik laat het aan jullie opinie over. Dit is geen inleiding om het zoveelste stukje te openen over Pieter Omtzigt. Daar hebben zich al genoeg blogtikkers over gebogen en hoewel ik ook daar niet alles van begrijp wil ik niet de zoveelste zijn. Waar ik het wel over wil hebben. Ik snap energie niet meer zo goed. Of inmiddels juist weer beter en dan met name de zonnepanelen. En salderingsregelingen. Iets waar ik nooit over hoefde na te denken want we hebben geen zonnepanelen dus waarom zou je je dan in die materie verdiepen. Dat is hetzelfde wanneer je in een huurhuis woont en interesse hebt in hypotheekrenteaftrek. Dacht ik tot voor kort, want die hele regeling, het voordeel dat bezitters van zonnepanelen genieten, gaat dus ten koste van degene die geen zonnepanelen op hun dak hebben liggen. In het kort mijn probleem met de regeling: bezitters van zonnepanelen kunnen stroom terugleveren aan het stroomnet, milieutechnisch natuurlijk iets waar ik honderd procent achter sta. De zon straalt, je elektrische auto laadt op, de wasdroger draait, maar je vierentwintig panelen leveren nog altijd meer dan je nodig hebt dus dat geef je terug aan het net zodat je buren, die geen zonnepanelen hebben, profijt hebben van jouw productie. Nu mijn probleem: op het moment van terugleveren doen ontzettend veel mensen dat. De zon brandt, mensen zijn niet thuis dus consumeren ze hun eigen stroom niet. Gevolg is dat de prijs van de teruggeleverde stroom heel laag is. Kwestie van vraag en aanbod. Maar het recht dat de terugleveraar heeft ontleent aan het contract is dat de teruggeleverde stroom op een later, duurder moment, tegen het tarief van het moment van teruglevering, op te nemen is. Laag teruggeven, duur opnemen en dat tegen dezelfde prijs. Dat verschil in prijs verrekent de energieleverancier in de tarieven van de niet terugleveraars, met als gevolg dat je, als niet bezitter van zonnepanelen tientjes extra kwijt bent door simpelweg het feit dat anderen wel zonnepanelen op het dak leggen. Nu is er de eerste energieleverancier die dit zelf gelukkig niet eerlijk vindt, en stelt dat die kosten horen te liggen bij degene die ze veroorzaken, de zonnepaneelbezitters. En dat is dus het ding dat ik niet begrijp, dat die bezitters daar zo fel tegenin gaan. Ik snap dat het niet leuk is wanneer jouw voordeel minder wordt, maar het feit dat jouw voordeel niet meer door je buren betaalt wordt zou toch niet als onrecht moeten aanvoelen. Daarnaast, na dit hele verhaal, is er toch nog iets wat ik niet begrijp qua energie. Waarom zijn er nog steeds piek en daluren. En zijn die daluren van elf uur in de avond tot zeven uur in de ochtend waarbij minder betaald wordt voor stroom terwijl er een overcapaciteit door zonnepanelen is op juist die andere uren. Moeten piek en daluren niet langzaam eens omgedraaid worden?

ZPF…

Vijf dagen park laat sporen in huis na. Wat dat betreft heeft het wel wat weg van vastelaovend. Maar dan zonder de confetti. Er liggen nog programmaboekjes, pinnetjes en afgeknipte polsbandjes. Voor de sponsorarea, voor het toilet, het vriendenbandje. Vijf dagen in het park laat ook vermoeidheid in ons lijf achter. Vijf dagen lopen, staan, springen. Vijf nachten die korter zijn dan ze zouden moeten zijn. Maar het was het waard. De pijn in de rug en de brakke maandag, want wat was het weer gezellig. Wat hebben we toffe optredens gezien en bijgekletst en gelachen met vrienden. Zoals elk jaar kwamen we weer bekenden tegen die we slechts tegenkomen op het parkfeest. We zagen het park donker worden en de sfeerlichten het overnemen. Een park in het donker heeft een heel andere dynamiek dan overdag. We sloten af met Rowwen Heze, maar hebben zoveel herinneringen aan toffe optredens zoals Claude, i am king, Sophie Straat of Stuurbaard Bakkebaard. De vlaggen kunnen gestreken, we kunnen er weer een jaar tegenaan en volgend jaar, op de woensdag, staan we er weer.

Park…

Ik liep vrijdag over het park op zoek naar de persoon die me een doos vlaggen zou kunnen geven. Een park in opbouw. Contouren zichtbaar maar nog altijd moeilijk voorstelbaar. Er staat een brug waar de sponsorarea moet gaan staan en ik kan me er geen voorstelling bij maken. Maandag liep ik weer door het park en nu kwamen er steeds meer elementen naar boven. Het grote podium, nu iets kleiner en gedraaid, de grote tent en het vrijwilligersgebied. Vandaag loop ik er weer overheen. Net als gisteren zie ik bekenden die aan het bouwen of aan het regelen zijn en ik groet of zwaai. Weet weer de persoon te vinden die ik moet hebben en die me aan een volgende doos vlaggen kan helpen. Er wapperen er al een boel in de straten van Venlo, de nieuwe paarse maar ook nog veel van de lichtere vlaggen van eerdere edities. Het komt er aan. Een groot feest en de weergoden lijken het feest dit jaar weer goedgezind. Vanaf woensdag staan we zelf ook in het park. Niet met de winkel maar als vriend, als sponsor als parkaholic. We gaan de concerten meemaken, de vrienden spreken en genieten van dat alles. Ons huis wordt nu en dan verblijfplaats voor studievrienden die van ver komen en ook het park gevonden hebben of gaan vinden. Ze zijn welkom. De stukjes stoppen ook even tijdens het park. Volgende week starten ze weer op. We hebben mooie dagen voor de boeg. We zien ons in het park!

Alisha…

De vrouw van de winkel vraagt zich af wat ze ermee moet doen, met het hondje dat zonder baasje haar winkel ik kwam gelopen. Ik kijk naar de hoek waar ze naar wijst en achter een tafel zit een klein bruin zwart hondje met grote bange ogen. Ik hurk bij het beestje neer en ze komt angstig wat naar me toe zodat ik haar een beetje kan aaien. Samen met een andere aanwezige klant proberen we via de code op de penning die het hondje draagt te achterhalen wie het baasje is. De klant vult een formuliertje in op haar telefoon op het internetadres dat op de penning staat maar komt daarmee niet verder dan dat we een bruin zwart harig hondje hebben gevonden met de naam Alisha. Verder geen gegevens van het baasje. Ik stel voor dat ik het hondje meeneem naar Koops om van daaruit verder te zoeken naar het baasje. We zoeken naar een lijn, of een touw om aan de riem van het hondje vast te maken en na een tijdje hebben we iets. Meelopen wil ze echter niet. De klant die al aan het helpen was stelt voor om haar in het mandje van haar fiets naar Koops te vervoeren en dat lukt wonderwel goed, Alisha kijkt haar ogen uit vanuit dit nieuwe mandje. Bij Koops parkeren we haar in ons kantoortje en beginnen we te zoeken. Te bellen. Wat we al vermoedden blijkt al snel te kloppen. Het is een Duits hondje. Via de organisatie die vermeld staat op de penning komen we terecht bij een soort Duitse dierenbescherming, die kunnen nazien om welk hondje het gaat en beloven achter de baasjes aan te gaan. Desnoods komt de man zelf even rijden om het beestje te halen. Hij belooft binnen een half uur terug te bellen. Voor het half uur om is hebben we een duitse vrouw aan de telefoon. Een vriendin van het baasje van het hondje, zo stelt ze zich voor. Nu komen we ergens. Ze vertelt dat haar vriendin, het baasje, helemaal in paniek is en geprobeerd heeft om de winkel te bellen maar, omdat het na zessen is inmiddels, daar een antwoordapparaat aan de lijn kreeg en nu niet meer weet wat te doen. Voor de zekerheid halen we het antwoordapparaat er vanaf. Ik vraag waar het baasje nu is en de vriendin zegt dat ze de winkel aan het zoeken is. Ik zeg dat ik wel op straat zal wachten om haar op te vangen. Annemiek blijft met de angstige Alisha in de winkel wachten. Weer twintig minuten later bel ik nog eens met de vriendin die me nu het telefoonnummer van het baasje geeft. Na een paar pogingen krijg ik haar aan de lijn. Ze zit in de auto en weet het even ook niet meer. Ze is bij ’t Ven, zegt ze. Ik geef aan dat ze het centrum moet aanhouden en ik vraag me af waarom ze in de buurt van ’t Ven is als ze haar hondje in het centrum is verloren. Nog weer een kwartier later bel ik weer. Nu is ze wat meer in het centrum hoewel ze nog altijd niet weet waar ze is. Ze noemt straatnamen en benoemt een plein. Opeens weten we waar ze is. Of ze de Zwei Bruder ziet, vragen we. Enthousiast roept ze ja. We spreken af dat ze daar parkeert en wij lopen met Alisha in mijn armen van Koops naar de Bruder waar we het hondje met het baasje herenigen. Het was de man van haar vriendin, legt ze uit, die op haar hondje aan het passen was en haar mee had genomen naar Venlo. Daar gaat ze nog wel een hartig woordje mee spreken, zegt ze. Ze is halsoverkop naar Venlo gereden toen ze het bericht kreeg dat wij haar hondje hadden gevonden. We lopen mee naar haar auto. Alisha heeft geen riem en we zetten het hondje aan het voeteneind van de bijrijdersstoel. Ze kruipt direct omhoog en gaat op de stoel van de bestuurder zitten. Haar oogjes zijn niet meer zo angstig. Ik kriebel nog een keertje over haar bolletje. We zijn bijna drie uur verder, maar hondje en baasje kunnen samen terug naar huis.